Voor musici

Als beroepsmuzikant kan je geconfronteerd worden met specifieke overbelastingsverschijnselen.
Als leraar kan je een grote bijdrage leveren aan houding, lichaamsgebruik en bewegingsvrijheid bij je leerlingen.  We leren dit echter niet in onze opleiding. De reden is duidelijk: anatomie, biomechanica, enz.. is op zich een enorm uitgestrekt terrein.

 

Als het gaat over lichaamsgebruik en musiceren valt er héél wat te ontdekken.

Musiceren is bewegen 
Muzikanten zien zichzelf vaak niet als “bewegers” .  Nochtans is musiceren een subtiele bewegingsvorm . Wil je luider, zachter, of met een andere toonkleur spelen dan verandert de beweging.
Vaak zie je muzikanten bewegen met een “show”-element : dit is zéker niet wat ik bedoel.
Een instrument speel je echter letterlijk met heel je lichaam als hefboom.

Houding is dynamisch

Zelf leerde ik vooral “stilstaan”, met allerlei klachten tot gevolg. Daarenboven leerde ik staan “zoals op een foto”. De Franklin methode leerde me dat houding beweging IS.

Beweging is een functionele totaliteit

-Het juist  lokaliseren van de  plaatsen vanwaaruit we bewegen  maakt die bewegingen  efficiënter.
-Weten dat we bewegen, hoe, waar, en vooral waarom elimineert overbodige spanning en maakt gerichte energie vrij.
-Inzichten in zwaartekracht en grond-reactiekracht  zorgen voor een hefboom-effect in je bewegen.
– Inzicht in  reflexen  helpt  bij efficiënt lichaamsgebruik en podiumvrees.
– Weten hoe onze hersenen werken in het leggen van nieuwe verbindingen zorgt voor verhoogde feedback